Publicaties


2024


 

2023


 

2022


 

2021


 

2020


 

2019


 

2018


 

Van Roekel, E., Heininga, V. E., Vrijen, C., Snippe, E., & Oldehinkel, A. J. Reciprocal associations between positive emotions and motivation in daily life: Network analyses in anhedonic individuals and healthy controls. Emotion. DOI: 10.1037/emo0000424

Abstract (Nederlandse samenvatting volgt nog)

Anhedonia reflects a dysfunction in the reward system, which can be manifested in an inability to enjoy pleasurable situations (i.e., lack of positive emotions), but also by a lack of motivation to engage in pleasurable activities (i.e., lack of motivation). Little is known about the interrelations between positive emotions and motivation in daily life, and whether these associations are altered in anhedonic individuals. In the present study, we used a network approach to explore the reciprocal, lagged associations between positive emotions and motivation in anhedonic individuals (N=66) and controls (N=68). Participants (aged between 18-24 years) filled out momentary assessments of affect 3 times per day for 30 consecutive days. Our results showed that (1) anhedonic individuals and controls had similar moment-tomoment transfer of positive emotions; (2) in the anhedonic network feeling cheerful was the node with the highest outstrength, both within this group and compared to the control group; (3) feeling relaxed had the highest outstrength in the control network, and (4) anhedonic individuals had stronger pathways from positive emotions to motivation than controls. Taken together, our findings suggest that low levels of positive emotions lead to decreased motivation in the anhedonic group, which could instigate a negative spiral of low pleasure and low motivation. On a more positive note, we showed that cheerfulness had the highest outstrength in the network of anhedonic participants. Hence, interventions may focus on increasing cheerfulness in anhedonic individuals, as this will likely have the greatest impact on other positive emotions and motivations.

Preprint

Vrijen, C., Hartman, C. A., van Roekel, E., de Jonge, P., & Oldehinkel, A. J. (2018). Spread the Joy: How High and Low Bias for Happy Facial Emotions Translate into Different Daily Life Affect Dynamics. Complexity, [2674523]. DOI: 10.1155/2018/2674523

Samenvatting

Achtergrond

Startpunt van deze studie was dat mensen over het algemeen een bias voor positieve gezichtsuitdrukkingen laten zien tijdens bepaalde laboratorium taken. Zo zijn mensen over het algemeen sneller in het identificeren van de blije gezichtsuitdrukkingen van andere mensen tijdens gezichtsemotieherkenningstaken dan in het identificeren van negatieve gezichtsuitdrukkingen. Dit geldt echter niet voor iedereen. Mensen die depressief zijn laten bijvoorbeeld een lagere bias voor blije gezichtsuitdrukkingen zien dan mensen zonder depressie. We wisten alleen nog niet waarom dit het geval was.

Doelen

Het doel van de studie was meer inzicht te krijgen in de betekenis en implicaties van deze tijdens laboratorium taken gevonden verschillen door te kijken hoe ze gerelateerd waren aan het dagelijks leven.

Methode

We vergeleken 25 jongvolwassenen met een lage bias voor blije gezichten met 25 jongvolwassenen met een hoge bias voor blije gezichten en hebben onderzocht hoe lage en hoge bias voor blije gezichten tijdens een laboratoriumtaak samenhingen met verschillende dynamiek tussen positieve en negatieve gebeurtenissen, gedachten en emoties in het dagelijks leven. Deze gebeurtenissen, gedachten en emoties waren gedurende een periode van dertig dagen drie keer per dag uitgevraagd en we hebben gekeken hoe ze elkaar beïnvloedden in twee opeenvolgende tijdsintervallen van zes uur. Denk bijvoorbeeld aan: hoe beïnvloedt een positieve gebeurtenis gedurende de ochtend de mate van positieve emoties in de middag, en verschilt dit tussen mensen die tijdens de laboratoriumtaak een lage en een hoge positieve bias lieten zien?

Resultaten

Vergeleken met hun leeftijdsgenoten met een lage bias voor blije gezichten, lieten jongvolwassenen met een hoge bias voor blije gezichten een sterker effect zien van positieve emoties en ervaringen zes uur later. Zij hielden langer vast aan hun positieve ervaringen.

Conclusies

Onze bevindingen kunnen mogelijk verklaren waarom mensen met een lage bias voor blije gezichten vatbaarder zijn voor depressie. Mensen met een hoge bias zijn wellicht beter in staat hun positieve ervaringen optimaal te gebruiken in het dagelijks leven. Er zijn aanwijzingen dat als je positievere stemming langer vast kunt houden dat je dan ook meer open staat voor sociale contacten en het leren van nieuwe dingen. Dit kan er vervolgens weer voor zorgen dat je minder snel in een negatieve spiraal terechtkomt.

Open Publicatie Data en syntax

Vrijen, C., Van Roekel, E., & Oldehinkel, A. J. Alpha-amylase reactivity and recovery patterns in anhedonic young adults performing a tandem skydive. PLoS ONE 13(9): e0204556.

Samenvatting

Achtergrond

Anhedonie (verlies van plezier) wordt gekarakteriseerd door een verminderde reactie op beloning en ook door een veranderde reactie op stress. Wij hebben binnen een groep jong volwassenen met anhedonie het effect onderzocht van een acute stress ervaring (een tandem parachutesprong) waarvan de verwachting was dat deze zowel intense angst als ook intense euphorie zou veroorzaken.

Doelen

(1) Onderzoeken of er binnen de groep jong volwassenen met anhedonie individuele verschillen zijn in alpha-amylase toename als reactie op een tandem parachutesprong (stress reactiviteit) en afname van alpha-amylase na de parachutesprong (herstel van de stress); (2) onderzoeken of trait depressie en angst, trait positief affect (PA), d.w.z. plezierniveau en beloningsgevoeligheid, en state angst, PA en zelfvertrouwen voorafgaand aan de parachutesprong geassocieerd waren met alpha-amylase reactiviteit en herstel; (3) onderzoeken of alpha-amylase reactiviteit en herstel geassocieerd waren met veranderingen in state angst, PA en zelfvertrouwen na de parachutesprong.

Methode

Onze deelnemers waren 61 jong volwassenenen met persistente anhedonie (gemiddelde leeftijd = 21.38, 78.7% vrouwen) die een vragenlijst invulden aan het begin van de studie en daarnaast voor en na de parachutesprong 3 keer per dag online vragenlijstjes invulden. Alpha-amylase is gemeten met salivettes op 4 verschillende tijden (2 keer voor en 2 keer na de parachutesprong).

Resultaten

We zagen grotendeels dezelfde alpha-amylase reactiviteit en herstel patronen voor vrijwel iedere deelnemer, hoewel gemiddelde alpha-amylse niveaus wel erg varieerden. We hebben geen associaties gevonden tussen de trait and state variabelen en alpha-amylase reactiviteit en herstel. En alleen state zelfvertrouwen leek te worden voorspeld door reactiviteit en herstel in de zin dat individuen die een hoge reactiviteit in combinatie met een laag herstel lieten zien ook een daling in zelfvertrouwen na de parachutesprong lieten zien.

Conclusies

Alpha-amylase patronen rondom een tandem parachutesprong in mensen met anhedonie lijken grotendeels gelijk te zijn aan de patronen die andere studies vonden voor gezonde individuen. Onze bevindingen suggereren dat een sterke stress reactie die niet goed kan worden gereguleerd een daling in zelfvertrouwen voorspelt, maar dit kan ook een toevalsbevinding zijn. Replicatie is noodzakelijk.

Open Publicatie Data and syntax

2017


 

Heininga V.E. (2017). The happy, the sad, and the anhedonic: op weg naar het begrijpen van veranderd beloningsgerelateerd functioneren vanuit een micro-niveau perspectief. In: , GGzet Wetenschappelijk, (pp. 38-40) Lentis voorheen Stichting GGz Groningen, Zuidlaren.

Samenvatting

In 2013 begon Vera als promovendus op het ‘No Fun No Glory’ VICI-project van professor Tineke Oldehinkel aan het Interdisciplinair Centrum Psychopathologie en Emotieregulatie (ICPE) van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Op 4 december 2017 (14:30) zal zij haar proefschrift getiteld ‘The happy, the sad, and the anhedonic’ verdedigen in het Academiegebouw in Groningen.In 2013 begon Vera als promovendus op het ‘No Fun No Glory’ VICI-project van professor Tineke Oldehinkel aan het Interdisciplinair Centrum Psychopathologie en Emotieregulatie (ICPE) van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Op 4 december 2017 (14:30) zal zij haar proefschrift getiteld ‘The happy, the sad, and the anhedonic’ verdedigen in het Academiegebouw in Groningen.In 2018 gaat Vera naar het buitenland voor een wetenschappelijk onderzoeksproject gefinancierd door een Postdoctoraal mandaat en het interne Fonds van de KU Leuven en de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) Ter Meulen Beurs. Aan de Universiteit van Leuven, België, zal ze samen met Professor Peter Kuppens werken aan haar project getiteld ‘Micro-mechanismen van anhedonie, en de gevolgen daarvan voor toekomstig geestelijk welzijn’.Verlies van plezier, ook wel anhedonie genoemd, komt bij veel verschillende psychische aandoeningen voor en is één van de twee kernsymptomen van een depressieve stoornis. Uit eenmalige vragenlijsten, hersenonderzoek of laboratoriumtaken blijkt dat anhedonie vaak samenhangt met een verminderd beloning-gerelateerd functioneren. Het is echter vrijwel onbekend hoe deze veranderingen zich ontvouwen van moment tot moment.Dit proefschrift werpt voor het eerst licht op anhedonie van moment tot moment. In deel I van het proefschrift is gekeken of mensen met en zonder anhedonie verschilden in hun vermogen om plezier na te streven, plezier te ervaren en/of te leren op basis van plezierervaringen. In dit artikel volgt per deel een korte introductie op het onderwerp, gevolgd door een samenvatting van de resultaten deel 1 van het proefschrift.

Open Publicatie

Heininga V.E. (2017).The happy, the sad, and the anhedonic: Towards understanding altered reward function from a micro-level perspective [Groningen]: University of Groningen

Samenvatting

Anhedonie, ofwel verlies van plezier, komt bij veel verschillende psychische aandoeningen voor en is één van de twee kernsymptomen van een depressieve stoornis. Uit eenmalige vragenlijsten, hersenonderzoek of laboratoriumtaken blijkt dat anhedonie vaak samenhangt met een verminderd beloninggerelateerd functioneren. Het is echter vrijwel onbekend hoe deze veranderingen zich in het dagelijks leven ontvouwen. Dit proefschrift werpt voor het eerst licht op anhedonie van moment tot moment. In deel I van het proefschrift is gekeken of mensen met en zonder anhedonie verschilden in hun vermogen om plezier na te streven, plezier te ervaren en/of te leren op basis van plezierervaringen. Deel II van dit proefschrift is gewijd aan de reproduceerbaarheid van onderzoeksresultaten.

Zie hier een korte introductie op het onderwerp, gevolgd door een samenvatting van de resultaten.

Heininga V.E., van Roekel E., Wichers M., Oldehinkel A. (2017). Reward and punishment learning in daily life: A replication study. PLoS One, 12 (10).

Waarom dit onderzoek?

Dagelijkse ervaringen gaan gepaard met positieve en negatieve gevoelens. Zonder dat men dat doorheeft leert men zo welke dingen eventueel het herhalen waard zijn. Tot nu toe werden deze impliciete leerprocessen bijna uitsluitend in gecontroleerde laboratoriumomgevingen onderzocht. Deze studie is de tweede studie waarin deze processen in het dagelijks leven weren bestudeerd.

Onderzoeksvragen

Verschillen met en zonder anhedonie in de mate waarin zij sociale en fysieke activiteiten herhalen of vermijden, als deze situatie voor hen eerder samenging met een positieve danwel negatieve gevoelens?

Hoe werd dit onderzocht?

Via hun smartphone kregen 138 jongvolwassenen, 69 met en 69 zonder anhedonie, een maand lang driemaal daags een kleine vragenlijst voorgeschoteld. Door middel van een gestructureerde dagboektechniek werden ze gevraagd naar hun activiteiten, gevoelens en de omgeving waarin ze zich bevonden.

Belangrijke uitkomsten

• We vonden een leereffect van negatieve gevoelens met betrekking tot de tijd die was doorgebracht in het gezelschap van vrienden waarbij negatieve gevoelens in het bijzijn van vrienden ertoe leidde dat men daarna minder gauw samen was met vrienden.
• De sterkte van dit effect verschilde niet tussen mensen met en zonder anhedonie.
• We vonden geen leereffect van positieve gevoelens met betrekking tot de tijd die was doorgebracht in het gezelschap van vrienden.
• Noch positieve, noch negatieve, leereffecten werden gevonden met betrekking tot fysieke activiteit.
Gevolgen voor de praktijk

Deze bevindingen geven aan dat deze leerprocessen inderdaad ook in het dagelijks leven onderzocht zouden kunnen worden. Wel zal hiervoor waarschijnlijk data moeten worden gebruikt van een studie die vaker dan drie keer per dag de activiteiten en gevoelens heeft uitgevraagd, zodat de tijd tussen metingen minder dan zes uur. Op die manier kan men de associatie tussen gevoelens en de activiteit beter onderzoeken.

Open Publicatie Open Syntax Open Dataset

Heininga, V. E., Van Roekel, E., Ahles, J. J., Oldehinkel, A. J., & Mezulis, A. H. (2017). Positive affective functioning in anhedonic individuals' daily life: Anything but Flat and Blunted. Journal of Affective Disorders, 218, 437-445. DOI: 10.1016/j.jad.2017.04.029

Waarom dit onderzoek?

Anhedonie, ofwel verlies van plezier, wordt vaak beschreven als 'afgevlakt' of 'afgestompt' in hun positieve gevoelens. Er is echter weinig bekend over hoe positieve gevoelens zich ontvouwen in het dagelijkse leven van mensen met anhedonie.

Onderzoeksvragen

We vergeleken mensen met en zonder anhedonie op drie aspecten van plezierbeleving: • hoe plezierig ze positieve gebeurtenissen vonden; • in hoeverre die gebeurtenis hun stemming positief beïnvloedde; • hoe stabiel de positieve stemming was.

Hoe werd dit onderzocht?

Via hun smartphone kregen 138 jongvolwassenen, 69 met en 69 zonder anhedonie, een maand lang driemaal daags een kleine vragenlijst voorgeschoteld. Door middel van een gestructureerde dagboektechniek werden ze gevraagd naar hun activiteiten, gevoelens en de omgeving waarin ze zich bevonden. Met behulp van deze gegevens onderzochten we verschillen in beloninggerelateerd functioneren in het dagelijks leven van mensen met en zonder anhedonia.

Belangrijke uitkomsten

  • Mensen met anhedonie bleken positieve gebeurtenissen gemiddeld als iets minder plezierig te ervaren dan mensen zonder anhedonie.
  • Als reactie op een plezierige gebeurtenis lieten zij echter eenzelfde stijging van positieve emoties zien.
  • Met betrekking tot het zich enthousiast of energiek voelen lieten mensen met anhedonie zelfs een sterkere stijging zien dan mensen zonder anhedonie.
  • De stabiliteit van de positieve emoties was bij mensen met anhedonie relatief laag: zij fluctueerden meer.

Gevolgen voor de praktijk

Deze bevindingen wijzen erop dat mensen met anhedonie best in staat zijn om positieve emoties te ervaren, maar dat zij een verminderd vermogen hebben om die positieve emoties stabiel te houden.

Open Publicatie Open Syntax Open Dataset

Van Roekel, E., Vrijen, C., Heininga, V. E., Masselink, M., Bos, E. H., & Oldehinkel, A. J. (2017). An Exploratory Randomized Controlled Trial of Personalized Lifestyle Advice and Tandem Skydives as a Means to Reduce Anhedonia. Behavior Therapy, 48(1), 76-96. DOI: 10.1016/j.beth.2016.09.009

Abstract

Anhedonia is a major public health concern and has proven particularly difficult to counteract. It has been hypothesized that anhedonia can be deterred by engagement in rewarding social and physical events. The aims of the present study were to examine (1) the effects of personalized lifestyle advice based on observed individual patterns of lifestyle factors and experienced pleasure in anhedonic young adults; and (2) whether a tandem skydive can enhance the motivation to carry out the recommended lifestyle changes. Participants (N = 69; Mage = 21.5, SD = 2.0; 79.7% female) were selected through an online screening survey among young adults. Inclusion criteria were persistent anhedonia and willingness to perform a tandem skydive. Participants filled out questionnaires on their smartphones for 2 consecutive months (3 times per day). After the first month, they were randomly assigned to one of three groups: (1) no intervention, (2) lifestyle advice, and (3) lifestyle advice and tandem skydive. The momentary questionnaire data were analyzed using interrupted time series analyses (ITSA) in a multilevel model and monthly pleasure and depression questionnaires by repeated measures ANOVA. No group differences were found in monthly depression and pleasure scores, but the momentary data showed higher positive affect (PA) and pleasure ratings in the month following the intervention in the two intervention groups than in the control group. The tandem skydive did not have any effects above the effects of the lifestyle advice. Our results indicate that providing personalized lifestyle advice to anhedonic young adults can be an effective way to increase PA and pleasure.

Open Publicatie

Vrijen, C., Schenk, H. M., Hartman, C. A., & Oldehinkel, A. J. (2017). Measuring BDNF in saliva using commercial ELISA: Results from a small pilot study. Psychiatry Research, 254, 340-346. DOI: 10.1016/j.psychres.2017.04.034

Waarom dit onderzoek?

Brain-derived neurotrophic factor (BDNF) is een eiwit dat vaak wordt onderzocht binnen de psychiatrie en lijkt bijvoorbeeld aan depressie gerelateerd te zijn. Voor dit onderzoek worden vaak zogenaamde ELISA kits gebruikt. De commerciële ELISA kits die op de markt zijn zijn gevalideerd voor het bepalen van BDNF in bloed, maar het afnemen van bloed is een invasieve methode die niet altijd gebruikt kan worden.

Onderzoeksvragen

Onze belangrijkste vraag was of het ook mogelijk is om BDNF te bepalen in speeksel, omdat speeksel afnemen veel minder ingrijpend is en makkelijker is dan het afnemen van bloed. Daarnaast waren we ook geïnteresseerd in hoeverre BDNF in speeksel en bloed met elkaar samenhangen.

Hoe werd dit onderzocht?

We hebben drie verschillende commercieel beschikbare ELISA kits gebruikt om speeksel en bloed (plasma) te analyseren dat op verschillende momenten was afgenomen bij zes gezonde volwassenen. We hebben in totaal 33 plasma en 33 speeksel monsters geanalyseerd waarbij telkens de standard protocollen van de fabrikanten werden gevolgd.

Belangrijkste uitkomst

BDNF kon niet betrouwbaar worden gemeten in speeksel met de commercieel beschikbare ELISA kits.

Open Publicatie Open Syntax Open Dataset

2016


 

van Roekel, E., Masselink, M., Vrijen, C., Heininga, V. E., Bak, T., Nederhof, E., & Oldehinkel, A. J. (2016). Study protocol for a randomized controlled trial to explore the effects of personalized lifestyle advices and tandem skydives on pleasure in anhedonic young adults. BMC psychiatry, 16(1), 182.

Abstract

Background

Anhedonia is generally defined as the inability to feel pleasure in response to experiences that are usually enjoyable. Anhedonia is one of the two core symptoms of depression and is a major public health concern. Anhedonia has proven particularly difficult to counteract and predicts poor treatment response generally. It has often been hypothesized that anhedonia can be deterred by a healthy lifestyle. However, it is quite unlikely that a one-size-fits-all approach will be effective for everyone. In this study the effects of personalized lifestyle advice based on observed individual patterns of lifestyle behaviors and experienced pleasure will be examined. Further, we will explore whether a tandem skydive following the personalized lifestyle advice positively influences anhedonic young adults’ abilities to carry out the recommended lifestyle changes, and whether this ultimately improves their self-reported pleasure.

Methods

Our study design is an exploratory intervention study, preceded by a cross-sectional survey as a screening instrument. For the survey, 2000 young adults (18–24 years old) will be selected from the general population. Based on survey outcomes, 72 individuals (36 males and 36 females) with persistent anhedonia (i.e., more than two months) and 60 individuals (30 males and 30 females) without anhedonia (non-anhedonic control group) will be selected for the intervention study. The non-anhedonic control group will fill out momentary assessments of pleasure and lifestyle behaviors three times a day, for one month. The anhedonic individuals will fill out momentary assessments for three consecutive months. After the first month, the anhedonic individuals will be randomly assigned to (1) no intervention, (2) lifestyle advice only, (3) lifestyle advice plus tandem skydive. The personalized lifestyle advice is based on patterns observed in the first month.

Discussion

The present study is the first to examine the effects of a personalized lifestyle advice and tandem skydive on pleasure in anhedonic young adults. Results of the present study may improve treatment for anhedonia, if the interventions are found to be effective.

Open Publicatie

Vrijen, C., Hartman, C. A., Lodder, G. M., Verhagen, M., de Jonge, P., & Oldehinkel, A. J. (2016). Lower sensitivity to happy and angry facial emotions in young adults with psychiatric problems. Frontiers in psychology, 7.

Waarom dit onderzoek?

In eerder onderzoek is gevonden dat de snelheid waarmee we gezichtsemoties van andere mensen kunnen herkennen samenhangt met verschillende psychische aandoeningen, bijvoorbeeld depressie, angst en ADHD. Maar het is nog onduidelijk hoe specifiek de gevonden resultaten nu eigenlijk zijn.

Onderzoeksvragen

We hebben gekeken of de snelheid waarmee jongeren emoties herkenden samenhing met specifieke psychische problemen, of juist meer met psychiatrische problemen in het algemeen.

Hoe werd dit onderzocht?

We hebben 2577 jongeren van 18 tot 24 jaar oud een taak laten doen waarbij ze filmpjes zagen van neutraal kijkende gezichten die geleidelijk in blij, boos, verdrietig of bang kijkende gezichten veranderden. Deelnemers moesten zo snel mogelijk aangeven welke emotie ze dachten dat het gezicht had. We hebben de samenhang tussen gezichtsemotieherkenning tijdens deze taak en vijf psychische aandoeningen onderzocht: depressie, angst, vermijdingsproblematiek, ADHD en antisociale problematiek.

Uitkomsten

We hebben gevonden dat deelnemers met antisociale problemen deden er langer over om de blije gezichtsemoties te herkennen dan degenen zonder antisociale problemen, je zou kunnen zeggen dat ze minder gevoelig waren voor blije gezichtsemoties. Op dezelfde manier hingen ADHD symptomen samen met een lagere gevoeligheid voor boze gezichtsemoties, en vermijdingsproblematiek hing samen met een lagere gevoeligheid voor zowel blije als boze emoties. We vonden geen samenhang tussen psychiatrische problemen en herkenning van verdrietige of bange gezichtsemoties.

Wat betekent dit?

Van nature hebben mensen de neiging om andere mensen te benaderen als ze blij kijken en mensen met een boze gezichtsuitdrukking juist te vermijden. Het is mogelijk dat met name deze mechanismen verstoord zijn bij mensen met psychische problemen en dat ze daarom minder gevoelig zijn voor de blije of boze gezichtsemoties van andere mensen, maar wel even gevoelig zijn voor verdrietige en angstige emoties als mensen zonder psychische problemen. Verder onderzoek zal moet uitwijzen of dit inderdaad het geval is.

Open Publicatie Open Syntax Open Dataset

© 2017 No Fun No Glory. Website gerealiseerd door